Puntje voor de kiezer

Image
Netwerken vrouwen

Tijdens de vorige Tweede Kamerverkiezingen stond er niets in de programma’s over de schoolgebouwen voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs. Alle partijen vinden er wel iets van, bleek bij navraag, maar hadden het niet opgeschreven. We hopen dat het onderwerp straks wel in de partijprogramma’s terug te vinden is. We hopen dat het onderwerp straks wel in het partijprogramma terug te vinden is. En wat te doen?

Enorm goede investering

Uit onderzoek van SEO in opdracht van het ministerie van OCW blijkt dat investeringen in schoolgebouwen een positief effect heeft op het bruto binnenlands product en een rendement op de investering van 13% tot misschien wel 25%. Een gezonde en betere leer- en werkomgeving in het primair en voortgezet onderwijs is van belang voor 2,5 miljoen kinderen en 260.000 leerkrachten. De economie en de samenleving vaart er wel bij. Daarbij kunnen gebouwen van het basisonderwijs(vaak midden in de wijk) een voorbeeldfunctie vervullen in de energietransitie en verduurzamingsopgave. 

Beperkt beeld van wat nodig is

Het Rijk is wettelijk verantwoordelijk voor voldoende bekostiging. Om te bepalen wat 'voldoende' is, heb je een beeld nodig van de gewenste kwaliteit (onderwijskundig en gebouwelijk), de kwantiteit (meters per kind) en de spreiding (omvang scholen, afstand tot huis). Dat is er niet echt. Althans niet van wat we tegenwoordig 'normaal' vinden. Vanuit Bouwstenen hebben we we hier wel onderzoek naar gedaan; puur als basis voor een gesprek over de uitgangspunten en wat het mag kosten (de som). We zijn reuze benieuwd waar de politieke partijen straks in hun programma’s mee komen. Pas dan kunnen we het gesprek echt met elkaar aan gaan. 

Goedkoop wordt duurkoop 

Wat we wel weten en uit onderzoek blijkt, is dat het werkveld met de huidige bekostiging vanuit het rijk, sowieso geen kwaliteit kan leveren; niet volgens het Bouwbesluit, niet volgens de gezondheidsnormen en bij lange na ook niet de kwaliteit die in 2050 nodig is. Er is een flinke achterstand weg te werken. Wat we ook weten is dat als we de gebouwen niet in een keer goed aanpakken, we ze straks nog een keer onder handen moeten nemen. Goedkoop wordt dan duurkoop. 

Wat de politiek kan doen

Wat nodig is, is meer structurele financiering vanuit het Rijk om de voor 2050 gewenste kwaliteit van gebouwen te kunnen leveren, los van waar ze in de toekomst ook voor worden gebruikt. Dan ligt er een betere basis om te investeren en kunnen gemeenten, scholen, bureau’s en bouwers aan de slag. Ze hebben hiervoor voldoende bevoegdheden, kennis en motivatie om het geld goed, en indien lokaal gewenst in combinatie met andere functies, te besteden, Gemeenten kunnen de uitgaven en voortgang de voortgang van de operatie via bestaande kanalen goed naar de kiezer en het rijk verantwoorden goed naar de kiezer en het Rijk verantwoorden. Nieuwe regels en aanjaagteams zijn niet nodig.