Wanneer de natuur een grotere rol krijgt in het onderwijs, kunnen er bijzondere dingen gebeuren: kinderen worden rustiger, creatiever of ervaren meer plezier in de les. Bovendien blijkt het ook nog eens een positief effect te hebben op de leerprestaties. Anna Vanderveen van het Collectief Natuurinclusief vertelt over de impact van natuurinclusie in onderwijs en hoe scholen dit in de praktijk kunnen vormgeven.
De mens is natuur
Eén van de belangrijkste uitgangspunten voor natuurinclusie in onderwijs: de mens ís natuur. Anna legt uit: “In westerse culturen wordt de mens vaak boven de natuur geplaatst, waardoor de natuur wordt overvraagd en vervuild, met alle gevolgen van dien. Vanuit het besef dat de mens onderdeel van de natuur is, kom je op interessante aanknopingspunten voor het onderwijs. We zien dat veel kinderen kampen met stress, overgewicht of mentale en gezondheidsproblemen. Wanneer we in het onderwijs niet alleen aandacht besteden aan cognitie, maar ook aan emoties en zintuiglijke ervaringen, kunnen veel van die problemen worden verlicht. Dus als je het kind ziet als een heel mens in plaats van alleen een hoofd, dan kan een kind zich veel gelukkiger en verantwoordelijker ontwikkelen.”
Creativiteit en verwondering
Andere voorbeelden van de positieve impact van natuurinclusief onderwijs zijn dat kinderen zich meer ontspannen gaan voelen, ze creatiever en gezonder worden en ze meer in verbinding met de natuur, elkaar én zichzelf staan, vertelt Anna. “Sinds corona hoor je veel leraren zeggen: ‘Hoe krijg ik die leerlingen weer aan?’ Daarbij kan de natuur helpen. Bijvoorbeeld door kinderen meer te betrekken bij hun omgeving, hun leefwereld, of door meer te bewegen, de geluiden van de natuur te horen of de verwondering op te wekken die je voelt als je beestjes op de bodem tegenkomt. Dit maakt de lessen leuker en bevordert ook nog eens de leerprestaties.”
In de praktijk
Hoe natuurinclusie in het onderwijs er in de praktijk uitziet, verschilt per school. Sommige scholen ontwikkelen een heel nieuw onderwijsconcept op basis van natuurinclusief gedachtegoed. “Dat is prachtig om te zien, maar niet het hele verhaal. Het gaat er niet om dat elke school nu ineens een nieuw onderwijsconcept moet lanceren, maar vooral dat je kijkt hoe je in jouw setting, met jouw filosofie, jouw onderwijsvisie de natuur kunt inzetten als bondgenoot in kindontwikkeling.”
Vormen van natuurinclusie variëren van vakoverstijgende projecten tot klassikaal onderwijs of buitenonderwijs. Van de kleuterklas tot de masteropleiding. Anna vertelt over de schooltuin, een vorm die nu erg populair is: “Dat is een typisch voorbeeld waar onder andere rekenen, taal, natuuronderwijs en bewegingsonderwijs samenkomen: je bent in beweging - een tuin onderhouden is fysiek hard werken. Er wordt ook gerekend voor de hoeveelheid zaadjes en hoever ze uit elkaar geplant moeten worden. Met de oogst kan er vervolgens een maaltijd bereid worden, wat weer een les op zich is. Zo kunnen er ontzettend veel dingen aan elkaar verbonden worden.”
Iedereen kan bijdragen
Elke rol binnen het onderwijs kan iets anders bijdragen aan de mate van natuurinclusie. Leraren kunnen kiezen om de les een keer buiten te geven of om een ander boek te lezen – bijvoorbeeld niet over olifanten maar over dieren die in Nederland voorkomen, tipt Anna. Een schoolbestuur kan beslissen over de meer fysieke kant van natuurinclusie, denk aan lesmaterialen of het gebouw – een groene gevel trekt veel meer biodiversiteit op het schoolplein aan dan alleen maar tegels. Daarnaast zorgt de houding van bestuurders ervoor dat leraren zich wel of niet uitgenodigd of gestimuleerd voelen om de natuur te omarmen in hun lessen.
Wat te doen bij weerstand
Zoals bij elke verandering, gaat ook de stap naar meer natuurinclusie gepaard met weerstand. “Sommige ouders vinden het vaag of zweverig. Er zijn ouders die het geweldig vinden dat hun kinderen wroeten in de aarde, die weten dat dat belangrijk is voor de gezonde ontwikkeling. Maar sommige ouders vinden het juist vervelend als hun kinderen vies worden – in sommige culturen is vies worden een teken van armoede. De uitdagingen die je tegenkomt zijn per school, per plek weer erg verschillend.”
Hoe ga je dan om met die weerstand? Anna: “Onder andere door goede communicatie. Maar nog belangrijker is participatie: ga met ouders in gesprek over de kansen die natuur biedt voor de gezonde ontwikkeling van kinderen. Op scholen waar ouders actief betrokken worden, zie je dat ouders ook geïnspireerd kunnen worden tot mooie initiatieven. Voorbeelden hiervan zijn een ouder die een hoveniersbedrijf blijkt te hebben en iets moois kan betekenen voor het schoolplein, of ouders die gastlessen kunnen geven over onderwerpen waar ze verstand van hebben.”
Dicht bij jezelf beginnen
Anna’s afsluitende boodschap: “Mensen die in het onderwijs werken, doen dat vaak omdat ze iets goeds willen betekenen voor de samenleving en het kind. Die motivatie kan heel veel beweging creëren. Ga eens terug naar waarvoor we het ook alweer doen: waar wordt het kind nou beter van, slimmer van, gelukkiger van? En waar wordt onze plek hier en de planeet beter van? Dat gesprek voer je niet in een middag, maar kan wel aanzetten tot belangrijke veranderingen. Verder: begin dichtbij jezelf, iets waar je zelf enthousiast over bent. Dan inspireer je vanzelf anderen om daarbij aan te sluiten.”
Meer informatie
Artikel: De kracht van natuur in onderwijs (Schoolfacilities, oktober 2025)
- Login om te reageren


